Schoonmakers ondersteunen zorgpersoneel

‘Met zorgondersteuning helpen we ziekenhuizen en zorginstellingen focussen op primaire zorgprocessen’

De innovatieafdeling van Asito houdt zich bezig met het verbeteren van de schoonmaakdienstverlening, intern én voor klanten. Van productvernieuwing, zoals het werken met robots, tot het verbeteren en bedenken van concepten voor klanten. Franne: “Al heel lang lopen we tegen een groot maatschappelijk probleem aan: er zijn enorme tekorten in de zorg. Onze business development manager Ronald Pikiento, die dagelijks bij klanten over de vloer komt en zicht heeft op wat er speelt op de werkvloer, gaf aan dat Asito hier een belangrijke rol in kan vervullen. Want dat kan zomaar één van de antwoorden zijn op de problemen in de zorg.”

Zorgondersteuners

Asito biedt klanten al langer de mogelijkheid om schoonmakers ook in te zetten voor zorg- en servicetaken. Het primaire proces van de klant is zorg bieden. Franne: “Asito wil samen met klanten kijken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat zij dat kunnen doen. Binnen zorg en schoonmaak zijn er verschillende taken. De schoonmaaktaak: het poetswerk. De zorgtaak: het fysiek verzorgen van de cliënt of patiënt. En de servicetaak: het ondersteunen van cliënt of patiënt bij allerlei andere zaken, zoals boterhammen smeren, de afwas of he­t bestellen van maaltijden. Met het innovatieteam bespraken we bij wie deze taken kunnen liggen en of wij als schoonmaakbedrijf daarin iets kunnen overnemen.”

Veel klanten in de zorgsector bleken geïnteresseerd in het uitbesteden van zorg- en servicetaken. “Zij willen de focus terugbrengen naar de primaire zorgprocessen. Onze zorgondersteuners – dat zijn schoonmakers die ook zorg- en servicetaken uitvoeren– helpen door te ondersteunen bij zorgtaken.” Om zorgtaken uit te mogen voeren, hebben medewerkers wel een specifieke opleiding nodig, zegt Franne. “Onze medewerkers zijn opgeleid om schoon te maken en te ondersteunen bij service. Zorgtaken mag je alléén uitvoeren met een diploma. Asito heeft gelukkig een verbinding met het Landstede MBO in Zwolle. Onze medewerkers worden daar opgeleid tot Helpende Niveau 2, en mogen dan wél lichte zorgtaken uitvoeren.”

Win-win

Resultaat: de klant krijgt daadwerkelijk meer tijd voor de primaire zorgprocessen. En omdat het zorgpersoneel meer tijd krijgt voor dát waarvoor zij opgeleid zijn, ervaren zij minder werkdruk en meer werkplezier.

Ook Asito profiteert. Franne: “Door de werkzaamheden van medewerkers uit te breiden en de verantwoordelijkheden te vergroten, maken we het werk uitdagender en interessanter. We geven schoonmakers een carrièrekans. Zij zijn niet meer alleen schoonmaker, maar voelen zich ook onderdeel van het zorgteam op locatie. En dat uitgebreidere takenpakket maakt onze medewerkers ook breder en dus duurzamer inzetbaar. Win-win.”

Samen

Het klinkt allemaal simpel, maar dat is het niet altijd, vertelt Franne. “In het oosten van het land omarmden veel meer medewerkers zorgondersteuning dan in bijvoorbeeld de Randstad. Wat bleek: we hebben in de Randstad meer medewerkers met een migratieachtergrond. De mbo-opleiding die schoonmakers kunnen volgen om zorgtaken op zich te mogen nemen, is in het Nederlands.” Toch hoeft dat geen probleem te zijn, zegt ze. “Voor heel veel servicetaken is de opleiding niet nodig. En dus is het belangrijk dat we telkens blijven kijken waar ondersteuning mogelijk is. Bedden opmaken valt officieel onder zorg, maar dát kunnen onze medewerkers ook.”

Het is daarom belangrijk om het samen te doen. Niet op eilandjes te werken, maar als één team. Zodat je processen ook continu kunt verbeteren. “Bij Asito zorgen we ervoor dat anderen hun werk goed kunnen doen. We zijn van maatschappelijk belang. Klanten kopen bij ons geen schoonmaak in, we gaan voor een prettige samenwerking met een gelijkwaardige partner. Natuurlijk geldt: schoenmaker, blijf bij je leest. We gaan niet op de stoel van de verpleging zitten en een duidelijke rolverdeling is belangrijk. Maar we kijken wel met een open blik mee naar mogelijkheden, door te blijven praten met zorginstellingen en hun medewerkers. En versterken op die manier elkaar. Kleine stappen, groots effect.”